Als aanvulling op de energiebesparingscursussen die Opgewekt in Purmerend geeft willen we voor u de verschillende lampen voor in en om het huis op een rijtje zetten.
Een korte beschrijving van hoe ze werken en een tabel met verbruik onderaan.

De gloeilamp (1879)
Dit is wel de dinosaurus onder de elektrische lampen.
In de gloeilamp zoals we hem kennen is een wolfraam gloeidraad gemonteerd in een glazen bol die vacuüm gezogen is. Door een stroom door deze gloeidraad te sturen gaat deze gloeien en het vacuüm in de bol zorgt dat deze niet verbrand. Daarbij komt warmte en licht vrij.

De spaarlamp (1976)
De fluorescentielamp (tl balk) is een glazen buis die gevuld is met argon of krypton en kwikdamp. Door een stroom door de buis te sturen gaat de kwikdamp straling afgeven. Door de glazen buis aan de binnenkant te bedekken met een fluorescerende coating geeft de buis licht. Om het proces op te starten zit in de armatuur een opstartschakeling.
Helaas is door de kwikdamp en de fluorescerende coating de fluorescentielamp giftig.

Een spaarlamp is een gevouwen tl balk met een opstartschakeling in de voet van de lamp.

De ledlamp (1962)
De ledlamp is op dit moment de meest efficiënte lamp voor in en om het huis.
Led staat voor ¨Light Emitting Diode¨. Een halfgeleider component (zoals een transistor of diode) dat diende als indicatielampje of voor signaaloverdracht. Pas eind jaren 90 was men in staat heldere witte led´s te maken met een dermate hoge lichtopbrengst dat men led´s kon gaan gebruiken voor verlichting.
Door een aantal led´s op een printplaat bij elkaar te zetten kan men een ledlamp maken met de gewenste lichtopbrengst, kleurtemperatuur en stralingshoek.