Ongeveer twee miljoen zonnepanelen werden in 2016 in Nederland geïnstalleerd, goed voor 525 megawattpiek aan vermogen. Leveren al die zonnepanelen wel op wat vooraf berekend is? De Universiteit Utrecht en de Technische Universiteit Eindhoven gaan hier samen met onderzoekscentrum SEAC en Autarco onderzoek naar doen.
“Onze huidige zonne-energiemodellen zijn gebaseerd op theoretische opbrengsten, maar data over de daadwerkelijke prestaties zijn beperkt beschikbaar”, legt TU/e-onderzoeker Roel Loonen uit: “Presteren de systemen wel zoals de installateurs verwachten dat ze doen?”
Nationaal Solar Onderzoek
Eigenaren van een zonnestroomsysteem kunnen daarom op de website van het Nationaal Solar Onderzoek opgeven hoeveel kWh hun systeem tot de dag van invullen heeft opgewekt. Drie weken later worden ze opnieuw verzocht hun kWh-opbrengst door te geven. Deze opbrengst wordt vervolgens vergeleken met een berekende verwachte opbrengst op basis van de ligging, oriëntatie, hellingshoek en vermogen van het systeem.
De deelnemers krijgen na afloop een rapport toegestuurd met daarin een analyse van de prestaties en de prestaties die ze hadden mogen verwachten op basis van de zoninstraling.
Onderzoeksopstellingen
De onderzoekers maken voor hun theoretische berekeningen onder meer gebruik van onderzoeksopstellingen die op de daken van de universiteiten van Eindhoven en Utrecht staan en die informatie over zoninstraling leveren. Roland Valckenborg, Projectleider bij SEAC: “Het onderzoek gebruikt satellietgegevens ten aanzien van de zoninstraling, met de meetopstelling ijken we die data. Ook zijn we betrokken bij de data-analyse.”
Tel de Zon
Wilfried van Sark, onderzoeker zonne-energie aan de Universiteit Utrecht, deed in het verleden onderzoek naar de vraag hoeveel kWh zonnepanelen opleveren, met de actie Tel de Zon. Hij liet mensen hun opbrengst een week lang bijhouden en vergeleek dat met de verwachte opbrengst op basis van de instraling die in Nederland gemeten werd. “Met een rekenmodel berekenden we wat de opbrengst had moeten zijn op basis van de hoeveelheid panelen, hellingshoek en ligging. Factoren zoals schaduw van een boom of dakkapel werden niet meegenomen. Dat zal in de nieuwe opzet wel mogelijk zijn, omdat we ook luchtfoto’s gebruiken om de situatie te kunnen bekijken. Ook meten we nu over een langere periode.”
Uit vorige onderzoek is gebleken dat sommige zonne-energiesystemen heel goed presteren, maar dat gemiddeld gezien de opbrengst aan de matige kant is, waarschijnlijk door schaduw. Tien procent van de systemen functioneerde duidelijk niet naar behoren.
Software
Het Eindhovense bedrijf Autarco is verantwoordelijk voor de onderzoeksopzet van het nieuwe onderzoek. Ook heeft dit bedrijf software ontwikkeld, waarmee met behulp van satellietbeelden en hoogtedata heel nauwkeurig kan worden bekeken wat de oriëntatie en hellingshoek van de zonnepanelen op het dak is en wat voor effect schaduw heeft op de prestaties van de panelen.
Roel van den Berg, directeur van Autarco: “Doordat de verschillende componenten zoals omvormers en zonnepanelen vaak van verschillende merken zijn en dus niet altijd goed op elkaar afgestemd zijn en omdat er meestal niet pro-actief gemonitord wordt, kan de opbrengst van een systeem lager zijn dan oorspronkelijk verwacht. Datzelfde geldt bij schaduw of bij vervuiling op de zonnepanelen. We hopen met dit onderzoek inzicht te krijgen in de echte cijfers.”
Eén procent
Het theoretisch cumulatief geïnstalleerd vermogen van zonnepanelen in Nederland is in 2017 ongeveer 2500 megawattpiek. In 2016 was zonnestroom verantwoordelijk voor ongeveer één procent van de Nederlandse elektriciteitsproductie.