Zoals Masahiko Isobe uitlegt hieronder, in 1947, was Japan net van een verwoestend verlies gekomen in de Tweede Wereldoorlog. De geallieerde troepen die de eilandnatie beheersen beperkten de benzinevoorraad voor het publiek. Wat Japan destijds in overvloed had, was elektriciteit, dankzij de waterkrachtcentrales weggestopt in de bergen.
De vroege Nissan, voorheen Tachikawa Airplane, wilde graag de behoefte aan auto’s vullen zonder afhankelijk te zijn van schaarse benzine, en ontwierp en bouwde het elektrische Tama-voertuig.
Gemaakt van hout en bedekt met een stalen huid, kon de kleine Tama EV 66 mijl reizen op een enkele lading en met een topsnelheid van 22 mph.
Hoewel de kleine EV romantisch simpel is door onze moderne ogen, was de auto qua design een beetje een eenzame wolf. De motorkap scharnierde van de achterkant en opende zich, zoals Isobe het beschrijft “op dezelfde manier en vorm dat een krokodil zijn mond opent.” Hoewel dit voor ons normaal lijkt, hadden de meeste Japanse auto’s op dat moment nog steeds centrale scharnieren.
Aangedreven door een gelijkstroom (DC) elektromotor, wordt de snelheid geregeld door de stroom door een weerstand te begrenzen. Interessant is dat overtollige energie wordt omgezet in warmte. Daarom moesten ontwerpers een radiator toevoegen. Het ontwerp is zowel vrij ingenieus als eenvoudig.
Zelfs de richtingaanwijzers, die achter kleine schilden verschijnen, zijn volgens moderne normen nostalgisch.
Isobe maakt er een punt om te vermelden hoe sommige delen moeilijk te vinden waren tijdens het herstelproces van de Tama, zoals de koplamplenzen en banden. Hij spoort Japanse kijkers aan om naar Engeland te kijken voor speciale banden, zoals het Nissan-team deed. Amusant genoeg lijkt hij het door auto’s geobsedeerde continent tussen Japan en Europa te negeren, wat speciale banden ook op de vraag kan maken.
Het is een leuke kleine auto. We zijn blij dat Nissan de tijd heeft genomen en zich heeft ingespannen om de Tama te restaureren en te delen met de wereld.