Het antwoord laat zich niet eenvoudig raden. Wat zou het zijn?
Het ligt misschien voor de hand om te denken dat de grote stad de meest gunstige omstandigheden biedt voor elektrisch rijden. Want daar is op iedere straathoek een laadpunt te vinden. Haast letterlijk. Dat klopt zeker. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht staan in de top 10. Maar Terschelling blijkt goed voor de koppositie.
Hoe dat komt? Op het Waddeneiland zijn vooral relatief gezien veel laadpunten te vinden. Er is per gemeente gekeken naar de verhouding tussen het aantal geregistreerde personenauto’s en het aantal laadpunten. Om de waarden onderling te kunnen vergelijken wordt uitgegaan van het aantal laadpunten per 1.000 auto’s. Terschelling heeft 47 (semi) publieke laadpunten, dat betekent 16,5 laadpunten per 1.000 personenauto’s. De tweede positie wordt ingenomen door Amsterdam met 12,7 oplaadpunten per 1.000 personenauto’s. Op de laagste trede van het podium is Zoeterwoude te vinden, met in totaal 43 laadpunten. Per 1.000 auto’s betekent dat een waarde van 9,5 laadpunten.
Al met al is het een lijst waarin het constant stuivertje wisselen is tussen grotere en kleinere plaatsen. Het gemiddelde voor heel Nederland is 3 laadpunten per 1.000 personenauto’s.
Op Terschelling is er een stevige voorkeur voor elektrisch rijden, waarmee eenvoudig is verklaard waarom juist daar de laadinfrastructuur op orde is. Op het eiland rijden elektrische deelauto’s rond. Ook is het busvervoer elektrisch, net als de pakketbezorging.